Vreemde is: er zijn normaalwaarden, maar als iemand - mét klachten - daar buiten valt, dan tellen die waarden opeens niet meer.
Onlangs is de nieuwe huisartsenrichtlijn verschenen:
Is dit alles wat mensen kunnen verwachten in zo'n situatie?Een subklinische hypothyreoïdie verklaart zelden de mogelijke klachten van de patiënt. Indien er klachten bestaan, dient er naar een andere verklaring te worden gezocht; in veel gevallen normaliseert het TSH spontaan. De kans op normalisatie is omgekeerd evenredig met de hoogte van het TSH.
Bij een TSH kleiner dan 6 mU/l is de kans op klinische hypothyreoïdie niet verhoogd ten opzichte van euthyreoïdie en is de kansgroot dat deze spontaan normaliseert. Is het TSH tussen de 6 mU/l en 10 mU/l, dan is de kans om klinische hypothyreoïdie te krijgen licht verhoogd maar de kans op spontane normalisatie van het TSH is groter. Is het TSH hoger dan 10 mU/l, dan is het risico op een klinische hypothyreoïdie iets hoger dan de kans op normalisatie.
Bij een TSH < 6 mU/l is er een expectatief beleid. Het beleid bij een subklinische hypothyreoïdie met TSH > 6 mU/l is als volgt:Behandeling met levothyroxine bij subklinische hypothyreoïdie wordt in het algemeen niet aanbevolen; er zijn geen aanwijzingen dat deze leidt tot verbetering van de klachten.
- ••leg de patiënt uit dat er vaak geen relatie is met eventuele klachten en dat de waarden vaak spontaan normaliseren;
••herhaal na 3 maanden het TSH en vrije T4; na 2 keer een afwijkende TSH is er sprake van een subklinische hypothyreoïdie;
••staak de controles bij normalisatie van het TSH;
••bepaal jaarlijks het TSH bij persisteren van het TSH > 6 mU/l;
••staak de controle na enkele jaren bij stabiele waardes;
••herhaal controle van het TSH bij klachten die wijzen op een hypothyreoïdie.
Indien de huisarts toch een proefbehandeling met levothyroxine overweegt, alleen indien de patiënt dit wenst, jonger is dan 85 jaar, een TSH hoger dan 6 mU/l heeft en persisterende klachten of symptomen die niet anders verklaard kunnen worden, dan volgt hij het stappenplan zoals bij patiënten met hypothyreoïdie ouder dan 60 jaar. De huisarts controleert elke 6 weken het TSH en vrije T4 en de klachten (bijvoorbeeld via een klachtendagboek).
Als 6 maanden na het bereiken van een normale TSH geen verbetering van de klachten is opgetreden, staakt de huisarts de behandeling.
Is een term als subklinisch nog wel van deze tijd?
Met TPO-antistoffen en schildkliergedoe in de familie wordt geen rekening gehouden.
Zegt een verhoogde tsh niet dat de fT4 te laag is?
Van Lieshout J, Felix-Schollaart B, Bolsius EJM, Boer AM, Burgers JS, Bouma M, Sijbom M.
NHG-Standaard Schildklieraandoeningen (tweede herziening). Huisarts Wet 2013;56(7):320-330.