Over borstimplantaten
Geplaatst: 23 nov 2020, 13:05
Siliconen: ziek makend?
C.N.M. Renckens
In de media en met name consumentenprogramma’s bestaat er veel onrust en ophef over de mogelijke risico’s van implantaten met siliconen, zoals die worden ingebracht om cosmetische redenen (borstvergroting) of na chirurgie wegens borstkanker of een verhoogd risico daarop bij draagsters van het zgn. borstkankergen BRCA.
Dat er bij een niet onaanzienlijk percentage vrouwen na enige tijd klachten optreden van lokale aard door lekkage door de wand van de prothesen of door pijnlijke kapselvorming rond de prothesen, dat staat al lang vast. Van veel recentere aard is de onrust over veel verder strekkende ‘complicaties’ op afstand, die als late gevolgen van de implantaten worden gepresenteerd. Zoals vaak bij dit type kwalen bestaat er een intieme samenwerking tussen een of enkele artsen-experts, die zich specialiseren op het probleem en de patiëntenvereniging, die streeft naar erkenning en financiële schadeloosstelling.
In ons land behoorden de Maastrichtse hoogleraar immunologie Cohen Tervaert en de aan het VUmc verbonden internist-onderzoeker dr. Nanayakkara tot de nooit ontbrekende sympathiserende experts. Uit het hele land bezoeken siliconendraagsters hun spreekuren. Niet zelden krijgen zij het advies de prothesen te laten verwijderen. Het effect op de niet-lokale klachten is onvoorspelbaar, soms verdwijnen de klachten subiet, soms duurt het geruime tijd en soms helpt het niets.
De klachten waarover we dan spreken werden ASIA’s genoemd: Autoimmune/inflammatory syndrome, induced by adjuvants. De symptomen kunnen bestaan uit: moeheid, spierpijn, gewrichtsklachten, griepachtig gevoel, hoofdpijn, concentratieproblemen, geheugenproblemen, woordvindingsproblemen, neurologische uitval / krachtverlies nek, schouders, armen, benen, slaapproblemen, droge ogen / droge mond, chronische ontstekingen, darmklachten, transpireren (zonder overgang), haaruitval, duizelig, zenuwpijn, allergie, huidproblemen, Vitamine B12 en/of vitamine D tekort of auto-immuunziekte. (Bron: SVS- Meldpunt Klachten Siliconen). De symptomen van de ASIA’s zouden erg lijken op die van fibromyalgie en de diagnose ASIA zou kunnen worden gesteld als aan een minimaal aantal criteria zou worden voldaan.
Zorgverzekeraars waren lange tijd niet overtuigd van het bestaan van ASIA en weigerden tot medio 2018 de kosten van ‘explantaties’ (het verwijderen van de siliconenprothesen) te betalen, maar doen dat inmiddels wel. Het Zorg Instituut Nederland ZIN adviseerde vorig jaar om het begrip ‘medische noodzaak’ te verruimen, zodat niet meer alleen vrouwen met ernstige lokale klachten (lekkende prothesen en kapselvorming) in aanmerking zouden komen voor explantatie op kosten van het basispakket. Deze vrouwen moeten dan wel eerst door een internist of klinisch immunoloog gezien zijn, die geen werkzame behandeling meer kan bieden.
Intussen staat op de website van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) een voorlichtingsfolder voor vrouwen die een siliconenprothese overwegen. Citaat van pagina 8: Ziekten van het immuunsysteem en onbekende risico’s: Een zeer klein aantal vrouwen met borstimplantaten heeft gerapporteerde symptomen vergelijkbaar met die van bekende ziekten van het immuunsysteem, zoals systemische lupus erythematodes, reumatoïde artritis, sclerodermie en andere artritisachtige ziektebeelden. Tot op heden, na verschillende grote epidemiologische studies bij vrouwen met en zonder implantaten, is er echter geen wetenschappelijk bewijs gevonden dat vrouwen met borstimplantaten een verhoogd risico op deze auto-immuunziekten hebben. Deze ziekten lijken niet vaker voor te komen bij vrouwen met implantaten dan bij vrouwen zonder implantaten. Het optreden van symptomen behorende bij het immuunsysteem na het plaatsen van implantaten staat bekend als ASIA (Auto‐immune Syndrome Induced by Adjuvants). Als u symptomen ervaart die kunnen passen bij ziekten van het immuunsysteem adviseren wij u dit te bespreken met uw plastisch chirurg, internist of immunoloog.
Een uitzondering is het ontstaan van de zeer zeldzame kankersoort BIA-ALCL: vrouwen met borstimplantaten hebben een verhoogd risico op ALCL ten opzichte van vrouwen zonder borstimplantaten. Tegen de tijd dat een vrouw met een borstimplantaat 50 jaar is geworden, is de kans dat zij deze ziekte heeft gekregen ongeveer 1 op de 35.000. Dat wordt 1 op 7.000 tegen de tijd dat zij 75 jaar is. Aldus de NVPC.
Cohen Tervaert kreeg van zijn universiteit commentaar op zijn ‘hobby’ en vertrok vorig jaar naar Canada. In de uitzending van Radar, gewijd aan de problematiek van de implantaten werd hij op Schiphol geïnterviewd direct nadat hij met zijn rolkoffer vanuit Canada was aangekomen. Hij beweerde opgetogen dat een nieuwe Israëlische studie nu ‘definitief had bewezen’ dat bij vrouwen met siliconenprothesen 21% vaker auto-immuun ziekten optreden dan bij vrouwen zonder deze implantaten.
Radar pakte op 26 november 2018 breed uit over de ‘Implant Files’ met in de hoofdrol Trouw-journalist Joop Bouma en Radar-redacteur Jet Schouten, die twee jaar aan dit dossier hadden gewerkt. Cohen Tervaert had mij het bewuste Israëlische artikel al eerder vol trots toegestuurd, maar bestudering ervan leidde bij mij tot heel andere conclusies dan hij op Schiphol zo vlotweg poneerde.
Letterlijk stond in het artikel waarvan hij, tezamen met acht Israëlische auteurs mede-auteur was: ‘the evidence for a definite causal effect between SBIs (siliconen borstprothesen red.) and autoimmune/rheumatic disorders is still in the process of accumulation’. Dit betekent dat er nog niets bewezen is, maar dat men dat in de toekomst wel verwacht. Het artikel bevat een groot aantal zwakheden en onwaarschijnlijkheden, waarop ik hier slechts kort zal ingaan om e.e.a. niet te technisch te maken voor de niet-medici onder mijn lezers.
Allereerst betreft het een retrospectief onderzoek, waarvan de conclusies altijd minder sterk zijn dan wanneer er prospectief een aantal patiënten wordt gevolgd. Nu zullen gegevens vaak incompleet of onzeker zijn: zo zijn de auteurs van dit onderzoek er slechts bij de helft van de 24000 vrouwen met siliconenprotheses zeker van dat zij een siliconen implantaat kregen! Van de overigen is de aanwezigheid ‘waarschijnlijk’.
De vrouwen met de prothesen werden opgespoord in de ICD-9 statistieken en in de Maccabi Healthcare Services. Deze 24 duizend vrouwen met prothese werden vergeleken met 98 604 vrouwen zonder (leeftijdsbereik 40-59 jr.) . Bekeken werd hoe vaak een van 14 auto-immuunziekten voorkwam in beide groepen en dat verschil bedroeg 21%.
De vooringenomenheid van de onderzoekers en hun ijver om een (sterk) verband aan te tonen tussen deze beide groepen blijkt uit het feit dat men ook CVS/ME als auto-immuun ziekte mee telde. Omdat die kwaal in Israel kennelijk vaak voorkomt weegt deze mee telling zwaar als alle groepen bij elkaar worden gevoegd, zoals de auteurs doen. Halen we deze groep weg dan daalt het verschil tussen beide groepen direct naar 11%.
Een ander punt van kritiek is het ongewoon hoge percentage auto-immuun ziekten bij vrouwen zonder prothesen: 23% van hen zou een auto-immuunziekte hebben. Elf procent van de vrouwen zonder prothese zou leiden aan hypothyreoïdie (te zwakke schildklierfunctie), maar ook hier een opvallend hoge incidentie bij de controlegroep en twijfel aan die diagnose en haar betekenis.
Niet zelden wordt ‘subklinische hypothyreoïdie’ (normaal T4 en verhoogd TSH) daarin meegeteld, terwijl die situatie niet als pathologisch moet worden beschouwd. Er valt meer op het onderzoek af te dingen, maar wij willen de lezer niet verder belasten met al deze details. Naar mijn mening kunnen er uit dit onderzoek geen verantwoorde conclusies worden getrokken. Het voorspiegelen van gunstige resultaten van explantatie op de non-lokale symptomen berust niet op solide wetenschappelijke basis en terughoudendheid ermee blijft geboden.
C.N.M. Renckens
In de media en met name consumentenprogramma’s bestaat er veel onrust en ophef over de mogelijke risico’s van implantaten met siliconen, zoals die worden ingebracht om cosmetische redenen (borstvergroting) of na chirurgie wegens borstkanker of een verhoogd risico daarop bij draagsters van het zgn. borstkankergen BRCA.
Dat er bij een niet onaanzienlijk percentage vrouwen na enige tijd klachten optreden van lokale aard door lekkage door de wand van de prothesen of door pijnlijke kapselvorming rond de prothesen, dat staat al lang vast. Van veel recentere aard is de onrust over veel verder strekkende ‘complicaties’ op afstand, die als late gevolgen van de implantaten worden gepresenteerd. Zoals vaak bij dit type kwalen bestaat er een intieme samenwerking tussen een of enkele artsen-experts, die zich specialiseren op het probleem en de patiëntenvereniging, die streeft naar erkenning en financiële schadeloosstelling.
In ons land behoorden de Maastrichtse hoogleraar immunologie Cohen Tervaert en de aan het VUmc verbonden internist-onderzoeker dr. Nanayakkara tot de nooit ontbrekende sympathiserende experts. Uit het hele land bezoeken siliconendraagsters hun spreekuren. Niet zelden krijgen zij het advies de prothesen te laten verwijderen. Het effect op de niet-lokale klachten is onvoorspelbaar, soms verdwijnen de klachten subiet, soms duurt het geruime tijd en soms helpt het niets.
De klachten waarover we dan spreken werden ASIA’s genoemd: Autoimmune/inflammatory syndrome, induced by adjuvants. De symptomen kunnen bestaan uit: moeheid, spierpijn, gewrichtsklachten, griepachtig gevoel, hoofdpijn, concentratieproblemen, geheugenproblemen, woordvindingsproblemen, neurologische uitval / krachtverlies nek, schouders, armen, benen, slaapproblemen, droge ogen / droge mond, chronische ontstekingen, darmklachten, transpireren (zonder overgang), haaruitval, duizelig, zenuwpijn, allergie, huidproblemen, Vitamine B12 en/of vitamine D tekort of auto-immuunziekte. (Bron: SVS- Meldpunt Klachten Siliconen). De symptomen van de ASIA’s zouden erg lijken op die van fibromyalgie en de diagnose ASIA zou kunnen worden gesteld als aan een minimaal aantal criteria zou worden voldaan.
Zorgverzekeraars waren lange tijd niet overtuigd van het bestaan van ASIA en weigerden tot medio 2018 de kosten van ‘explantaties’ (het verwijderen van de siliconenprothesen) te betalen, maar doen dat inmiddels wel. Het Zorg Instituut Nederland ZIN adviseerde vorig jaar om het begrip ‘medische noodzaak’ te verruimen, zodat niet meer alleen vrouwen met ernstige lokale klachten (lekkende prothesen en kapselvorming) in aanmerking zouden komen voor explantatie op kosten van het basispakket. Deze vrouwen moeten dan wel eerst door een internist of klinisch immunoloog gezien zijn, die geen werkzame behandeling meer kan bieden.
Intussen staat op de website van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) een voorlichtingsfolder voor vrouwen die een siliconenprothese overwegen. Citaat van pagina 8: Ziekten van het immuunsysteem en onbekende risico’s: Een zeer klein aantal vrouwen met borstimplantaten heeft gerapporteerde symptomen vergelijkbaar met die van bekende ziekten van het immuunsysteem, zoals systemische lupus erythematodes, reumatoïde artritis, sclerodermie en andere artritisachtige ziektebeelden. Tot op heden, na verschillende grote epidemiologische studies bij vrouwen met en zonder implantaten, is er echter geen wetenschappelijk bewijs gevonden dat vrouwen met borstimplantaten een verhoogd risico op deze auto-immuunziekten hebben. Deze ziekten lijken niet vaker voor te komen bij vrouwen met implantaten dan bij vrouwen zonder implantaten. Het optreden van symptomen behorende bij het immuunsysteem na het plaatsen van implantaten staat bekend als ASIA (Auto‐immune Syndrome Induced by Adjuvants). Als u symptomen ervaart die kunnen passen bij ziekten van het immuunsysteem adviseren wij u dit te bespreken met uw plastisch chirurg, internist of immunoloog.
Een uitzondering is het ontstaan van de zeer zeldzame kankersoort BIA-ALCL: vrouwen met borstimplantaten hebben een verhoogd risico op ALCL ten opzichte van vrouwen zonder borstimplantaten. Tegen de tijd dat een vrouw met een borstimplantaat 50 jaar is geworden, is de kans dat zij deze ziekte heeft gekregen ongeveer 1 op de 35.000. Dat wordt 1 op 7.000 tegen de tijd dat zij 75 jaar is. Aldus de NVPC.
Cohen Tervaert kreeg van zijn universiteit commentaar op zijn ‘hobby’ en vertrok vorig jaar naar Canada. In de uitzending van Radar, gewijd aan de problematiek van de implantaten werd hij op Schiphol geïnterviewd direct nadat hij met zijn rolkoffer vanuit Canada was aangekomen. Hij beweerde opgetogen dat een nieuwe Israëlische studie nu ‘definitief had bewezen’ dat bij vrouwen met siliconenprothesen 21% vaker auto-immuun ziekten optreden dan bij vrouwen zonder deze implantaten.
Radar pakte op 26 november 2018 breed uit over de ‘Implant Files’ met in de hoofdrol Trouw-journalist Joop Bouma en Radar-redacteur Jet Schouten, die twee jaar aan dit dossier hadden gewerkt. Cohen Tervaert had mij het bewuste Israëlische artikel al eerder vol trots toegestuurd, maar bestudering ervan leidde bij mij tot heel andere conclusies dan hij op Schiphol zo vlotweg poneerde.
Letterlijk stond in het artikel waarvan hij, tezamen met acht Israëlische auteurs mede-auteur was: ‘the evidence for a definite causal effect between SBIs (siliconen borstprothesen red.) and autoimmune/rheumatic disorders is still in the process of accumulation’. Dit betekent dat er nog niets bewezen is, maar dat men dat in de toekomst wel verwacht. Het artikel bevat een groot aantal zwakheden en onwaarschijnlijkheden, waarop ik hier slechts kort zal ingaan om e.e.a. niet te technisch te maken voor de niet-medici onder mijn lezers.
Allereerst betreft het een retrospectief onderzoek, waarvan de conclusies altijd minder sterk zijn dan wanneer er prospectief een aantal patiënten wordt gevolgd. Nu zullen gegevens vaak incompleet of onzeker zijn: zo zijn de auteurs van dit onderzoek er slechts bij de helft van de 24000 vrouwen met siliconenprotheses zeker van dat zij een siliconen implantaat kregen! Van de overigen is de aanwezigheid ‘waarschijnlijk’.
De vrouwen met de prothesen werden opgespoord in de ICD-9 statistieken en in de Maccabi Healthcare Services. Deze 24 duizend vrouwen met prothese werden vergeleken met 98 604 vrouwen zonder (leeftijdsbereik 40-59 jr.) . Bekeken werd hoe vaak een van 14 auto-immuunziekten voorkwam in beide groepen en dat verschil bedroeg 21%.
De vooringenomenheid van de onderzoekers en hun ijver om een (sterk) verband aan te tonen tussen deze beide groepen blijkt uit het feit dat men ook CVS/ME als auto-immuun ziekte mee telde. Omdat die kwaal in Israel kennelijk vaak voorkomt weegt deze mee telling zwaar als alle groepen bij elkaar worden gevoegd, zoals de auteurs doen. Halen we deze groep weg dan daalt het verschil tussen beide groepen direct naar 11%.
Een ander punt van kritiek is het ongewoon hoge percentage auto-immuun ziekten bij vrouwen zonder prothesen: 23% van hen zou een auto-immuunziekte hebben. Elf procent van de vrouwen zonder prothese zou leiden aan hypothyreoïdie (te zwakke schildklierfunctie), maar ook hier een opvallend hoge incidentie bij de controlegroep en twijfel aan die diagnose en haar betekenis.
Niet zelden wordt ‘subklinische hypothyreoïdie’ (normaal T4 en verhoogd TSH) daarin meegeteld, terwijl die situatie niet als pathologisch moet worden beschouwd. Er valt meer op het onderzoek af te dingen, maar wij willen de lezer niet verder belasten met al deze details. Naar mijn mening kunnen er uit dit onderzoek geen verantwoorde conclusies worden getrokken. Het voorspiegelen van gunstige resultaten van explantatie op de non-lokale symptomen berust niet op solide wetenschappelijke basis en terughoudendheid ermee blijft geboden.