ATA subsidie voor Marco Medici (Erasmus) ontwikkeling setpointmodel

Graag met vermelding van de bron
Plaats reactie
ineke
Berichten: 484
Lid geworden op: 08 nov 2014, 17:53

ATA subsidie voor Marco Medici (Erasmus) ontwikkeling setpointmodel

Bericht door ineke »

De ATA (American Thyroid Association) heeft een prijs toegekend aan
Marco Medici die is verbonden aan het Erasmus MC Rottterdam.


Let op !
Onderstaand is de automatische vertaling in het Nederlands, tekst een heel klein beetje aangepast.

American Thyroid Association Awards (subsidie) aan Marco Medici, MD, PhD, MSc, Erasmus Medisch Centrum voor het ontwikkelen van een setpointmodel


Ondersteund door ATA
De Amerikaanse schildklier Association heeft een 2017 Research Grant toegekend aan Marco Medici, MD, PhD, MSc, een klinische collega in Endocrinologie aan het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, Nederland.

In zijn project, “Gepersonaliseerde Beheer van de Schildklierziekte,” wilt Dr. Medici een voorspellingmodel creëren om de TSH setpoint van elk individuele patiënt te schatten, wat uiteindelijk moet leiden tot een gepersonaliseerde zorg voor zowel hyper- en hypothyreoïdie-zieke patiënten.

Momenteel behandelen we schildklierziekten door te proberen om TSH te normaliseren tot binnen de gemiddelde bevolking op basis van bereik.
Echter, individuele variabiliteit liggen binnen veel nauwere gebieden, waardoor ongeveer 15% van de schildklier patiënten met aanhoudende, vaak invaliderende symptomen van hun ziekten en een verminderde kwaliteit van leven.

Bovendien, zelfs subtiele veranderingen in schildklierfunctie hart- en vaatziekten en sterfte. Daarom is het belangrijk om de TSH-waarden te normaliseren om unieke TSH setpoint van de individuele patiënt, gedicteerd door zijn of haar hypothalamus-hypofyse-schildklier (HPT) as.

Om dat te setpoint te meten, moeten we TSH en vrij thyroxine (FT4) niveaus van de patiënt kennen vóór het begin van de ziekte van de schildklier. Zonder een gevoel van die predisease niveaus, kunnen we niet weten wat om te streven naar post-onset. Helaas, pre-ziekte niveaus zijn niet beschikbaar in de meeste patiënten.

Dr. Medici's onderzoek richt zich op de genetische basis van de HPT-as.
Om grootschalige genetische studies uit te voeren, initieerde hij een internationaal consortium, dat nu bestaat uit 34 centra met de beschikbare (epi) genetische en schildklierfunctie gegevens voor> 80.000 deelnemers. Het consortium heeft geïdentificeerd vele nieuwe genetische determinanten van TSH niveaus. Voor deze subsidie ​​project, zal hij deze markers te gebruiken om:

1.Maak een TSH-setpoint voorspellingsmodel in de schildklier-ziektevrije populaties.
2.Herindelen schildklierfunctie met behulp van het voorspellingsmodel en test het effect op hart- en vaatziekten en sterfte.
3.Test het model bij patiënten schildklier ziekte.

Dr. Medici promoveerde ( cum laude ) in 2014 en deed een postdoctoraal research fellowship aan de Harvard Institutes of Medicine en Brigham en Women's Hospital in Boston, MA.


Dr. Motoyasu Saji, voorzitter, ATA Research Committee, zegt: “De ATA onderzoek subsidie ​​programma ondersteunt jonge wetenschappers in schildklier-gerelateerd onderzoek, met inbegrip van klinisch, translationeel en fundamentele gebieden.
Elk jaar krijgen we meer dan 50 subsidieaanvragen uit verschillende landen. We zijn verheugd om jonge schildklier onderzoekers die de huidige klinische problemen en fundamentele wetenschappelijke vragen met behulp van state-of-the-art technologieën, nieuwe ideeën en nieuwe inzichten aan te vallen te zien.

Veel van de huidige leiders in de ATA waren award ontvangers, waaruit blijkt hoe belangrijk dit programma is voor ons. We hopen dat deze subsidies zullen toegangspoorten tot succes in hun carrière als schildklier onderzoekers en dat de ontvangers zijn zullen leiders in de volgende generatie van de ATA worden. Tot slot, waarderen we alle steun die we krijgen van leden en diverse organisaties, waaronder schildklierkanker overlevenden ontvangen, die het mogelijk maakt om dit uitstekende programma te maken.”

De American Thyroid Association (ATA) heeft toegekend 92 schildklier onderzoek subsidies in totaal meer dan $ 2,4 miljoen sinds de aanvang van de Research Fund. Daarnaast is de ATA beheert rigoureus de selectie van onderzoeksprojecten en de verdeling van meer dan $ 1,8 miljoen gedoneerd aan de ATA specifiek voor onderzoek subsidies van: ThyCa, de Vereniging van de Schildklier Cancer Survivors', Inc .; Bite Me Cancer; en de Schildklier Head and Neck Cancer Foundation.

De Schildklier Cancer Survivors' Association, Inc. (ThyCa), heeft financiële steun verleend sinds 2003 ter ondersteuning van 67 speciale studiebeurzen in totaal $ 1.881.250 gericht op schildklierkanker en medullaire schildklierkanker. ThyCa ondersteunt drie onderzoekbeurzen in 2017 en vier vernieuwen verleent. ThyCa is een lid van de ATA Alliance for Patient Education. Lees meer op www.thyca.org.

Bite Me Kanker (BMC) is onze nieuwste subsidie ​​financier, het ondersteunen van zeven schildklierkanker subsidies sinds 2014 voor een totaal van $ 201.250. BMC steunen een nieuwe schildklierkanker verlening in 2017 en één verlenging verlenen. BMC is een lid van de ATA Alliance for Patient Education. Lees meer op www.bitemecancer.org.


Origineel:
https://www.thyroid.org/research-grant-medici/



.
Kiek
Berichten: 6714
Lid geworden op: 12 sep 2013, 11:36

Re: ATA subsidie voor Marco Medici (Erasmus) ontwikkeling setpointmodel

Bericht door Kiek »

Zulk belangrijk nieuw is zeker interessant, Mark!
Er kan niet genoeg aandacht zijn voor onderzoek naar invloeden op het set point.
Nu maar hopen dat ze zich niet baseren op statistiek, zoals de groep van Medici in dit verband vorig jaar nog presteerde.

De relatie van TSH met FT4 is al tientallen jaren bekend als een log/lin-verband.
Log/lin is een niet-natuurlijke weergave van de werkelijkheid in rechte lijnen.
Daaraan vasthouden houdt nieuwe inzichten tegen.

Verdiep je je in deze niet-natuurlijke weergave, dan kom je tot de ontdekking dat dit op eenvoudige wijze om te zetten is in een natuurlijk verband.
Dus zoals het in de werkelijkheid gaat.
En pas dan ontdek je dat de kromming van fundamenteel belang is voor die werking.

Bij zoiets eenvoudigs past een eenvoudige formule waaruit alles is af te leiden.
[TSH]= S/exp(phi[FT4])

De sterkste kromming is de clou. Het set point.
Zo werkt het in de natuur.
Dus eigenlijk niets nieuws, want overal in de natuur terug te vinden.

Statistiek is het anti-antwoord. Het husselen van alle waarden van FT4 en TSH in een grote doos.
Dan blijf je geloven dat jouw TSH met mijn FT4 te maken heeft.
Toevallig klopt dat niet.
En dat willen patiënten niet. Zij willen niet horen dat de buurvrouw zich wel lekker voelt met een TSH van 3 mU/l, en dat ik me aanstel met diezelfde TSH.

Vlakbij Rotterdam staat de TU in Delft.
Ik hoop dat endocrinologie van het Erasmus eens gaat praten met mensen die kennis hebben van signaaltheorie.
Waarden reageren immers op allerlei signalen.
Met Wouter Serdijn, hoogleraar bioelektronica.
Hij houdt zich bezig met biomedische circuits en systemen voor bio-signaal-conditionering en detectie.
En heeft een enorme brede kennis.
https://www.narcis.nl/person/RecordID/P ... anguage/nl
Nuchter lab 8.00 uur - dosis pas slikken na het prikken - lees over schildklieren en ervaringen, want deze kennis geeft inzicht. Door Hashimoto een ervaren schildklierhormoongebruikster (geen arts).
Kiek
Berichten: 6714
Lid geworden op: 12 sep 2013, 11:36

Re: ATA subsidie voor Marco Medici (Erasmus) ontwikkeling setpointmodel

Bericht door Kiek »

In de NRC van afgelopen zaterdag 24 februari 2018 staat een boeiende column van Robbert Dijkgraaf.

https://www.nrc.nl/nieuws/2018/02/23/af ... w-a1593401


Afgunst op fysica is zó vorige eeuw
Robbert Dijkgraaf

23 februari 2018


Fysicanijd – het onmogelijke verlangen alles op grond van elementaire bouwstenen te willen verklaren. Komt voor onder sociale en geesteswetenschappers. Leidt soms tot een minderwaardigheidscomplex. Symptomen zijn een onredelijk ontzag voor data en formules, zie ook cijferfetisjisme.

Deze afgunst tussen vakgenoten vindt zijn oorsprong in de succesvolle zoektocht van de natuurwetenschappen naar fundamentele bouwstenen in de vorige eeuw. Fysici en chemici vonden de deeltjes, atomen en moleculen waaruit de materie is opgebouwd; biologen de genen, eiwitten en cellen die het leven mogelijk maken; en computerwetenschappers de bits, algoritmes en netwerken die de basis vormen van informatie en intelligentie. Het is inderdaad jaloersmakend dat we zo veel kunnen beschrijven met slechts een handvol ingrediënten. Zeventien elementaire deeltjes volstaan om alle materie op te bouwen. De genetische code in ons DNA gebruikt een moleculair alfabet van vier letters. En computers hebben genoeg aan de 0 en de 1. Kan het eenvoudiger?

Nu heeft ons alfabet heeft ook maar 26 letters en het aantal woorden is weliswaar groot, maar past in een enkel woordenboek. Maar taal is geen kralenketting, geregen uit afzonderlijke woorden. Niet alleen wordt de betekenis van een woord bepaald door de plaats in de zin, de tekst zélf kan pas echt begrepen worden als we de tijd en omgeving van schrijver en lezer kennen Zo haal je voor je het weet de hele cultuurgeschiedenis naar binnen. De geesteswetenschappen zijn een onontwarbare knoop van objecten en contexten. Iedereen en alles is uniek, dubbelzinnig en niet-reproduceerbaar. Voor reductionisme is weinig plaats.

Ook bij de sociale wetenschappen overstemt de omgeving ieder mogelijk universeel menselijk gedrag. Correlaties zijn in het algemeen zwak en voorspelbaarheid is beperkt. Zo bezien is het verlangen naar de relatieve eenvoud van de bèta’s begrijpelijk. Bestonden gedrag en cultuur maar uit deeltjes, nucleotiden of bits. Maar er is geen „DNA van onze cultuur” noch een „software van de samenleving”.

Maar, beste alfa’s en gamma’s, wanhoopt niet. U bent niet alleen in uw worsteling met de omgeving. Fysicanijd is zó vorige eeuw. Ook in de exacte wetenschappen is de context weer helemaal terug.

Om te beginnen in de fysica zelf. De quantumtheorie brengt niet alleen een microscopisch begrip van materie, maar ook een tegenintuïtief wereldbeeld. Het blijkt onmogelijk om objecten apart te beschouwen. Twee deeltjes blijven met elkaar verstrengeld, zelfs als ze mijlenver uiteen zijn. Kennis van ieder deeltje afzonderlijk is niet hetzelfde als kennis van het geheel. Einstein ontdekte dit verschijnsel in 1935 en noemde het een „spookachtige werking-op-afstand”. Informatie wordt niet vastgelegd op één punt, maar is overal en nergens. Deze verstrengeling zorgt er ook voor dat het experiment en de observator niet strikt gescheiden kunnen worden. Vaak wordt dit geformuleerd als dat de waarneming de uitkomst beïnvloedt. Dit raadselachtige aspect van de moderne fysica heeft tot een hoop metafysisch „gezweef” geleid, maar het is kraakheldere wiskunde en helemaal trendy. In quantumcomputers wordt dankbaar gebruikgemaakt van verstrengeling. Omdat alle informatie met elkaar verknoopt is, kunnen deze machines vele berekeningen tegelijkertijd doen en dat maakt ze efficiënter en krachtiger dan traditionele computers.

Ook in de biologie is de omgeving weer helemaal terug. Het idee dat alle informatie in ons DNA ligt besloten, is uiterst naïef gebleken. Het genoom is niet zozeer een blauwdruk als een catalogus. Immers wat bepaalt welke genen wanneer worden geactiveerd? Hoe weet een cel dat het een onderdeel van onze lever, ogen of hersenen wil zijn? De epigenetica – alle erfelijke informatie buiten het DNA – is minstens zo belangrijk als de genetica. Het is cruciaal wat de moleculaire samenstelling van de cel is, waar de cel zich in het lichaam bevindt en hoe die met andere cellen communiceert. Milieu en gedrag kunnen invloed op de genexpressie hebben. Verder bevat ons lichaam bijna tien keer meer microben dan cellen, die samen één ecosysteem vormen.

Maar computers kunnen we toch wel begrijpen in termen van nullen en enen? Helaas niet. Een van de belangrijke lessen van de afgelopen jaren is dat de informatica niet over computers gaat, maar over het internet en andere digitale netwerken. Niet de bits staan centraal, maar de wijze waarop informatie en algoritmes worden gebruikt en gedeeld. En dat bepalen mensen, met al hun emoties en tekortkomingen. Het is een pijnlijke les voor de technologiebedrijven gebleken dat de sociale media alle ruis en ambiguïteit vertonen die menselijke interacties kenmerken. Sterker nog, technologie vergroot de onderlinge verbondenheid en daarmee mogelijk ook de maatschappelijke wanorde.

Meer en meer verstrengeld met hun omgeving gaan bèta’s zo steeds meer op alfa’s lijken. Hoe simpel het alfabet ook is waarmee ze zijn geschreven, qua complexiteit is er weinig verschil tussen de interpretatie van een DNA-molecuul, het Facebook-algoritme of het verzameld werk van Shakespeare.

Robbert Dijkgraaf is directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton.
Nuchter lab 8.00 uur - dosis pas slikken na het prikken - lees over schildklieren en ervaringen, want deze kennis geeft inzicht. Door Hashimoto een ervaren schildklierhormoongebruikster (geen arts).
Plaats reactie